Het zonlicht breekt de morgen open,
w’ ontwaken in Gods tederheid.
Wij mogen op Zijn goedheid hopen
en dat Hij ons bewaart, geleidt.

Ons spreken kan zich tot Hem wenden,
zoekt troost bij Hem die eeuwig is.
Zoals wij Hem in ’t harte kenden,
zo geeft Hij ons de erfenis.

Wij bidden voor de hele aarde,
dat zij getroost zal voortbestaan.
Wij lezen in Gods Woord de waarde
die ons in vree laat samengaan.

Geloven sterkt ons in dit leven
en leert ons de barmhartigheid
waarmee wij altijd zijn omgeven
te delen in deez’ aardse tijd.

Zolang wij vol vertrouwen wachten
op Hem die meer is dan de dood,
wil hij ons leven steeds verzachten
in ’t teken van de wijn en ’t brood.

Melodie: Liedboek voor de kerken Gezang 393