Je meent in mistige
gevleugelde dromen

Ergens in de hemel
terecht te komen

Je ontwaakt en zucht
is de hemel zo

Tot er in de loop
van de alledaagse sleur

Een seraf met een staf
je dorstige lippen aanraakt

Al weet je niet wat er gebeurt
je bespeurt weer kleur

Niet alleen wit zwart
in de regenboog van je hart