nog voor de dag geboren wordt in de nacht
ontwaakt helder de dageraad
sijpelt uit de rotssteen, een bron van Levend Water
die als een warme bruisende stroom
de wintergrond openwoelt
en uit 't gekiemde zaad rijst een groene scheut

dit wordt de nieuwe aarde
waar duisternis, pijn en lijden
verdrongen worden
door het nieuwe licht

de olijfgaard baadt in een zee van bloesems
en ergens op een tak
zingt een witte merel
hij zingt en zingt
zijn lied klinkt ver ... naar de hemelse hoven
en op zijn borst zit een rode vlek
het eeuwig brandend liefdesvuur
dat nimmer is te doven
Pasen! water, vuur, licht!