Hoe wondergroot is toch dat graf.
Waar Christus eens in heeft gelegen.
Hoe wonderlijk was al zijn dood.
Hoe zwaar en moeilijk al zijn wegen.
Toch ging Hij deze weg bewust.
Ontging bij Hem de levenslust.
Waar anderen nieuw leven kregen.

Drie dagen lang lag Hij in dat graf.
Alleen moest Hij de dood overwinnen.
Geen mens die Hem terzijde stond.
Hij lag daar in de aarde diep vanbinnen.
Toch deed Hij daar de dood teniet.
Hij had gewonnen toen Hij het graf verliet.
Ieder die wil kan opnieuw beginnen.

Nu is dat wonderbare graf reeds leeg.
Straks gaan ook de andere graven open.
Op de nieuwe aarde zal geen dood bestaan.
De liefde woont er en de mens mag hopen
dat Christus weer komt op Gods tijd.
Geen mens die ziek is of nog lijdt.
Wie wil, mag met Hem de hemel binnenlopen.

Daar in die feestzaal zingt een engelenkoor.
Dat Christus de dood heeft overwonnen.
Geen mens zal nog bij een graf hoeven staan.
Waar zoveel pijn en verdriet is begonnen.
Glorie aan Hem die het graf toen verliet.
Hij maakte een einde aan al het verdriet.
Overal zal Gods grootheid worden bezongen.