Toen ik golven hoorde bruisen
ben ik over het duin gegaan
gekeken naar deining tot de horizon
zag de schuimkoppen op ’t water
bleef in gedachten staan.

Hoorde roep van vreemde vogels
zag wolken naar de verten gaan
voelde zout mengen met mijn woorden
terwijl de wind ze verder blies
over zeeën, bergen en rivieren.

Als antwoord kwam van over de kim
een prachtige zachte gloed gloren
een gedachte nam mij mee
naar de nieuwe lichtende tijd
daar op die derde dag ver weg over zee.