Het morgenlicht was pas doorgedrongen
toen 'n vreemdeling wandelde in mijn tuin
vroege vogels hadden hun symfonie gezongen
en in de verte hoorde ik 'n soort engelenbazuin

benieuwd rende ik de tuin in om te kijken
en zag in zijn ogen een diep verwarde blik
van iemand die juist opgestaan is uit het lijden
en van het duister zocht naar het eerste licht

en toen ik hem heel zachtjes aan wou raken
verdween hij voor mij in 'n heldere schicht
van schrik bleef ik op die plaats daar staren
Zijn plotse verschijning had iets in mij verricht...

Hij had een groot liefdesvuur in mij ontstoken
mijn hart dat rood brandend van liefde stond
al 't oud zeer werd onder 't frisse groen verdoken
nu ik rondom mij de bloeiende lente vond

Hij was opgestaan! Verrezen voor ons allemaal!
de grote steen lag verbrijzeld in kleine brokken
waarop een merel ooit zal zingen in een zonnestraal
- en uit 't oosten klonken van vreugde al de klokken!