Zelfs toen de dood nabij was voor Hem,
Hij daar leed eenzaam aan het kruis,
Er zijn verlangen was naar het Vaderhuis,
Zelfs toen hoorde ik Zijn stem.

Toen Hij op die dag door velen was verlaten.
Bad Hij voor ons, zoals nooit tevoren.
Omdat wij Hem zullen toebehoren.
Onbebrijpelijk, de mensen die Hem toen haatten.

Maar uit de dood is Hij opgestaan.
Hij die stierf voor onze zonden.
Aanvaard dat Hij ons heeft gevonden.
Onze opdracht, laat Hem nooit meer gaan.