Ergens een mens met leed en pijn.
Ergens een grens om niet meer te zijn.
Dwalende door de duisternis
omdat er geen zicht op morgen is.

Ergens een mens met leed en verdriet.
Bijna de grens, maar men ziet het niet.
Gemarteld, bespot en geslagen,
in eenzaamheid niet meer te dragen.

Ergens een mens, ja ik heb hem ge\ien.
Je broeder, je zus of je naaste misschien.
Geef hen wat troost en breng hen wat licht.
Ergens een mens, maar voor ons een gezicht.


Ergens een mens, ik weet wie Hij is.
Rechtvaardige in onze duisternis.
Hij was de koning tot het laatste moment.
Ergens een mens die onze pijnen kent.

Ergens een mens, maar gezonden door God.
In liefde en trouw leed Hij pijn en spot.
Er is een mens die  naast je wil staan.
Hij is mijn Heiland, daar kan ik op aan.