Ik dacht te zien het diepste duister
in holte van ‘t geopend graf
omdat de dood in alle luister
geen enkel lichtpunt toegang gaf.

Hij had ’t graf zelf toegesloten
met steen, verzegeld en bewaakt
en ied’re hoop was uitgesloten
dat ooit een dode weer ontwaakt.

Ik dacht het duister slechts te zien
maar kon m’n ogen niet geloven
daar lag blinkend opgerold stramien
en hoorde engelen de Here loven.

Geen dood bevond zich in dat graf.
Herrezen is Hij, die ons het leven gaf.