Ik zag de wachten wakend staan
voor ‘t graf afgesloten met stenen
niemand kon nu en voortaan
over Hem nog klagen of wenen.

Zij hielden daar zo scherp de wacht
zodat niemand Zijn lijk zou roven
maar middenin die duist’re nacht
kwamen Zijn engelen van boven

Zij sloegen de wachten als dood
verblind door het licht en de macht
was hun schrik en angst zo groot
en werden in paniek ontkracht

De engelen openden het graf
en Hij is nu de levende Heer
nu vrezen wij niet meer hel en straf
door Zijn opstanding keert ook

ons leven weer!