We leven langzaam naar oneindig licht
dat elke dag om toekomst strijdt.
Een blijde vlam op onze Heer gericht
ons meeneemt in de lijdenstijd.

We tellen hier nu veertig lange dagen 
en komen langzaam aan de dag
waarop de Heer het kruis moest dragen
dat voor ons deed met liefde en gezag.

Het is de tijd van voorbereiden.
We denken aan het offer eens gebracht.
De dag van strijd en bitter lijden,
en aan het licht dat opging in de nacht.

Dan zal de dag weer stralen gaan,
als een belofte van de nieuwe morgen.
Een juichkreet: "Onze Heer is opgestaan,
we zijn in liefde in Zijn trouw geborgen."

We leven langzaam naar oneindig licht.
Al lijkt het hier soms zwarte nacht.
En levend in een stralend vergezicht
weten we dat God eens op ons wacht.