O hoe bijzonder moest zijn dat moment,
in 't ochtendgloren van de derde dag,
toen in ontzag zij in Uw ogen zag,
Uw stem die zij op slag: "O Heer!" herkent.

Uw opstanding, dat ademloos fragment,
hoe wonderschoon, welk hart raakt niet van slag,
toen zij U geenszins dood doch léven zag,
hoe schitterend, opdat de mens erkent,

dat Eeuwigheid voor elk is weggelegd.
O hoe verheugend moest zijn deze tijding,
toen zij dit wonder hun had voorgelegd.

Hoe heerlijk reeds het feest in voorbereiding,
ons leven als een kruisweg afgelegd,
tot in Uw Licht er nooit meer zijn zal scheiding.





U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment