De steen ligt dreigend voor het graf
van Iemand die Zijn leven gaf,
van Iemand die het niet verdient
voor ieder die dat niet verdient.

De droom lijkt nu voorgoed voorbij.
Zijn leerlingen zitten zij aan zij
te treuren om dit zwaar verlies,
totdat één haar geduld verliest.

Gedrieën lopen zij de weg
bedroefd, voelen zich slecht.
Maar nu zij het graf voor ogen zien
schrikken zij echt, want wat zij zien...

De steen ligt niet meer voor het graf!
Wie haalde die er nu toch af?
Er is niemand die het heeft gezien.
Dit hebben zij echt niet verdiend.

De droom is niet langer voorbij.
De vrouwen zijn ontzettend blij.
Wie had dit nu toch ooit gedacht?
Hun Meester heeft zelfs de dood in Zijn macht.

Gedrieën lopen zij de weg
terug, zij weten: dit is echt!
Wat zij hier voor hun ogen zien
heeft werkelijk geen mens verdiend!