onze laatste reis

we zijn bekend met waar we wonen
en willen nog wel eens naar elders
waarna we dan weer thuis gaan komen
huisbewoners of buitenvelders

zo leven wij in het aardse land
we hebben hier geen blijvende stad
ons thuisland is de Hof van Eden
die de Heer aan ons gegeven had

in Eden is het niet goed gegaan
we gingen met God’s vijand mee
toen moesten we de Hof verlaten
’t leidde tot een onvoorstelbaar wee:

los van Hem, en de dood voor ogen
dat heeft de boze ons aangedaan;
maar God zal de dingen herstellen :
Hij is Zelf naar Moria gegaan

Hij heeft daar aan al God’s recht voldaan
voor ieder die het van Hem verwacht;
wij verwachten Hem Die komt met macht
glorie Hem Die alles heeft volbracht

zo zijn we op reis naar onze Heer
de laatste reis die we gaan maken,
om bij de Heere thuis te komen
Zijn liefde voor eeuwig te smaken

na de Jordaan wacht Jerusalem
het einde van onze laatste reis,
daar is de Heere, ik hoor Zijn stem
wij zingen Hem op de hoogste wijs

bij : Hebreeën 11 : 10 en 13 B