Een jonge pelgrim blij van hart
Gaat reeds welgemoed op weg
Nog zeer lichtvoetig als hij start
Weet hij, 't wordt een lange weg

Soms onder hete zonneschijn
Dan weer in stromende regen
Al doen zijn moede voeten pijn
Niets houdt zijn zielevuur tegen

Zijn weg gaat door weer en wind
Hij bidt zich moed in dag na dag
Met hem loopt een trouwe Vrind
Die hem vaak tot steun zijn mag

Vermoeid komt hij tenslotte aan
Hij lacht  en huilt van puur geluk
Zijn leed en pijn, ze zijn vergaan
Heel z'n geluk kan niet meer stuk

Als die pelgrim zijn we allemaal
Gedreven gaan we 't leven voort
Op zoek naar de verborgen graal
Tot we stilstaan bij de hemelpoort

Daar zullen we lachen en huilen
Als we Hem zien die met ons ging
In wiens armen wij dan schuilen
Als Hij ons houdt in Zijn omhelzing