Lieve Vader, Uw volk was veertig jaar in de woestijn,
later moesten ook Johannes de Doper en Uw Zoon daar zijn.
Wij begeven ons vaak door en verblijven in onherbergzaam land,
vergeten o zo dikwijls dat we kunnen voortgaan aan Uw Vaderhand.

Als we door woestijnen trekken, gaan we klagen;
Jezus leerde ons dat niet te doen, maar U ként ons:
we zijn kwetsbare mensen en hebben zoveel vragen,
zijn door corona wereldwijd onze bekende wegen kwijt.

Wat te doen, wie nog geloven, waarop vertrouwen?
U vergezelt ons in een kolom van Licht en Vuur;
Jezus Zelf en Kracht van Uw troostende Geest
zijn er vanaf het begin samen met U geweest,
U zegt nog steeds: “Op Mij kun je bouwen.”

Veertig dagen worden ons gegeven om extra stil te staan
bij het lijden waar onze Verlosser doorheen is gegaan
en door geven van Zijn leven voor ons heeft gedaan.
In elke beproeving riep Hij U met hart en ziel aan.
Leid ons door moeilijkheden op ons pad heen,

welke en hoe zwaar ook: we gaan niet alleen.

Zonder U is leven hier op aarde
van nul en generlei waarde,
dan zou er niets meer zijn,
restte slechts woestijn.

U voorziet ons in elke nood
van levend water, levend brood.
In ons schreeuwend en stil zuchten
volstaat het om naar U toe te vluchten.

N.a.v. 40-dagentijd