Jeruzalem, stad van verwachten,
ja vele dagen vele nachten
waren ze in gebed bijeen.
Eendrachtig in geloven,
hun oog gericht op boven
want hunne Heer ging heen.

Ze wachten, de getrouwen,
nu niet een tijd van rouwen,
maar hopen op Gods kracht.
Hijzelf zou bij hen komen,
gevoed in Geest en dromen,
in vuurgloed onverwacht.

Jeruzalem, stad van vervullen,
Gods wind zou nu onthullen
wat zij moesten verkonden.
En in de nieuwe morgengloed
kwam God hen juichend tegemoet,
en gaf hun nieuwe monden.

Eendrachtig was de nieuwe taal,
verkondigende het verhaal
van alles wat er is geschied.
'De Heer is waarlijk opgestaan,
hoor toch wat Hij hier heeft gedaan
en zing met ons het nieuwe lied.'

De wereld moet het horen:
'Een nieuwe tijd geboren,
geworteld in Zijn kerk.
Gods Geest geeft ons de kracht,
kom, spreek, de wereld wacht,
eendrachtig aan het werk.'