Samen zijn we Koningskind'ren
van het hemelse paleis.
Laat dus niemand je verhind'ren
om met God te gaan op reis.

Onderweg zijn hindernissen,
vind je stenen op de weg;
kun je 't smalle pad soms missen;
word je overspoeld door pech.

Wel, dan word je hulp geboden:
Medetrekkers op de tocht
weten óók van vele noden,
worden óók door 't kwaad verzocht.

Sterke, ondersteun de zwakke!
Leen maar eens een luist'rend oor!
Overmand door ongemakken
reis je tóch weer dapper door!

Iedereen die mee wil reizen
en die Jezus' naam belijdt;
zich door Hem laat onderwijzen,
trekt mee in saamhorigheid.

Zou dit slechts een wensdroom wezen?
Utopie of werk'lijkheid?
Wie Gods opdracht heeft gelezen,
gaat op weg, dwars door de strijd.

Koningsdochters, Koningszonen,
op de weg naar 't Vaderhuis,
waar we eeuwig mogen wonen,
samen, bij de Koning thuis!