De wereld is thans klein.
Wij denken in het groot.
Er zijn rijke mensen,
en armen in nood.

Waar 't kan gaan wij helpen.
in 't klein, of in 't groot.
Wij geven ons geld,
voor mensen in nood.

De armoede blijft groeien.
De giften blijven stromen.
De armen blijven leven.
Maar zijn niet veel verder gekomen.

Misschien is het beter, om geen vissen,
maar een hengel te geven.
Zij hebben dan toekomst en werk,
eigenwaarde en zekerheid in 't leven.

Wijsheid kent geen einde.
Het is onze dure plicht.
Om deze aarde te bewerken.
Van het duister naar het licht.

Samen geloven.
samen bouwen.
Voor een betere toekomst.
Vol Godsvertrouwen.

Genesis 2 vers 15
Genesis 3 vers 17 t/m19