Heere, ik ga alleen door het leven,
ben de ware nog niet tegengekomen,
daar kan ik alleen maar van dromen,
Heere wilt U mij uitzicht geven.
 
Ik heb niet bewust gekozen voor zo’n leven,
om alleen door het leven te gaan,
nu kom ik overal alleen voor te staan,
Heere, wilt U zo met mij wezen.
 
Het alleen zijn is niet altijd fijn,
als je anderen dan gelukkig ziet,
denk ik, waarom heb ik dat niet,
en dat doet mij soms pijn.
 
Opmerkingen die mensen kunnen maken:
 “je bent nu al weer zo oud,
en nog steeds geen verkering en getrouwd,
zal er maar gauw werk van maken”.
 
Deze mensen begrijpen me niet,
hier kan ik mij soms kwaad over maken,
en denk, bemoei je met je eigen zaken,
want je begrijpt niets van mijn verdriet.
 
Ik leg dan dit in het gebed voor U neer,
of U mij een vriend wil geven,
met wie ik samen mag verder leven,
maar Heere, wanneer?
 
U weet wat het beste voor mij zal zijn,
misschien is het beter voor mij alleen te gaan,
maar als U naast mij zal staan,
wordt het samen met U ook fijn.