Het verlies maakte hem eenzaam
niets kon je nog met hem beginnen
een ieder was met hem begaan
maar ‘t zat zo diep, zo diep van binnen.
 
Eenzaamheid moest hij verdrijven
en daarom dronk hij meer en meer
ging naar bed 's morgens na vijven
geen aandacht meer voor God zijn Heer.
 
Een ochtend en de tijd vergeten
op weg naar huis bij heel slecht weer  
schuilde hij zonder te weten
in de kerk van God zijn Heer.
 
Daar hoorde hij een verre stem
het orgel bracht een zachte galm
en er zat iemand vlak naast hem
en samen zongen zij een psalm.
 
Omgeven door een stralend licht
van liefde en geborgenheid
sprak een stem zonder gezicht
Ik herken jouw eenzaamheid.
 
Het was een mooie zondagmorgen
toen  Jezus terug kwam in zijn hart
en met Zijn liefde en Zijn zorgen
hem genas van eenzaamheid en smart.