Roepende in een woestijn
De weg volkomen kwijt
Niemand om bij jou te zijn
Eén grote wond die openrijt

Verblijven in een niemandsland
Koud of warmte geen verschil
Met niemand een vertrouwensband
Niemand die met je delen wil

Op een ijsschots drijf je stuurloos voort
Steeds verder weg over de woeste zee
Gekwelde angst in razenij gesmoord
Ontredderd valt de dood misschien wel mee

Wat maakt het uit of je nog leeft
Als het zonlicht niet meer straalt
En geen mens meer om je geeft
Je laatste houvast is verschraald

Je laatste houvast dat was God
Ook Die heeft jou verlaten
Je voelt het als het levenslot
Alsof Hij jou ook is gaan haten

Een dichter schreef: 
Nimmer kun je God ontlopen
Zelfs wanneer je Hem ontkent

Laat Hij de eenzaamheid ontknopen
Wacht op zijn warmte die jouw hart verwent!
Anton van der Haar