Geest verminkt, niet te doorgronden,
broos en kwetsbaar, zwaar geschonden,
zit zijn lichaam vastgebonden
aan een stoel met Zweedse band.
Bange blik, gescheurde kleren
wil zichzelf steeds mutuleren,
soms dan moet je hem sederen
anders loopt het uit de hand.

Agressief en onbereikbaar,
separeren onvermijdbaar,
ijzersterk, maar zo breekbaar
is hij eenzaam en alleen.
Heeft dit leven niet gekozen,
leven met het uitzichtloze,
stellen wij de diagnose;
'Zwaar autist en schizofreen.'

Door heel lief met hem te praten,
krijgt hij heel soms in de gaten,
dat hij angsten los kan laten,
dat hij toch nog wordt bemind.
En je kunt hem dan aanraken,
gaat hij zacht geluidjes maken,
komt een grijnsje op zijn kaken,
schizofreen, autist, Gods kind.