Vanmiddag stond ik  aan je graf
en sprak tegen je steen.   
Het jou te moeten missen 
breekt mijn hart,
mijn lief, ik voel me zo alleen.
Je lichaam waar ik zo van hield,
ligt nu begraven hier te wachten,
tot de bazuin weerklinken zal.
Die dag,
wat heerlijk zal dat zijn.

Die dag,
't gemis is dan voorbij.
De zonden weg, de aarde rein.
Nu ik alleen hier verder moet,
is mijn verlangen groot,
om hier met jou te rusten. 
Samen
nu bij God te zijn,
zodat we straks als Jezus komt
vernieuwd op mogen staan