Geachte Prediker,
 
Ik zit nu een tijdje
in uw boek te lezen,
hierin staat hoe u
aankijkt tegen het leven.
 
In het begin werd ik er
bijna depressief van,
niets was er goed en
dat de mens niets kan.
 
Vroeg mij wel af waarom
dit in de Bijbel moest staan,
door verder te lezen zijn
mijn ogen nu opengegaan.
 
Je kunt veel rijkdom op
aarde hebben gekregen,
maar wat weegt dat op
tegen het eeuwige leven.
 
Al heb ik rijkdom of ben
ik zo arm als een luis,
mijn oog is gericht op
God in het Vaderhuis.
 
Prediker bedankt voor
deze mooie brief,
ik krijg het boek Prediker
steeds meer lief.
    
                    Met vriendelijke groet,
                              een mensenkind.