Ze ervoer innerlijke onrust en smachtte naar bevrediging van haar lijf.
Ze gaf haar lichaam makkelijk weg dat staat buiten kijf.
Steeds weer hopen op die ene: haar prins op’t witte paard.
Ze had het woordje ex tot haar rode draad gemaakt.
En toen ontmoette zij de meester bij een waterbron.
Die door te vragen om een slokje drinken het contact heel nederig begon.
Door deze vraag om gunst was zij verrast en geshockeerd.
Praat hij nu met een Samaritaanse vrouw? Heeft hij de wetten nooit geleerd?
Deze man is anders, want hij kent mijn hart en is niet wreed.
En er straalt liefde uit zijn ogen het gevoel dat ik vermeed.
Ze besefte wie Jezus was en ruilde zijn liefde voor haar pijn.
Jezus werd haar ZEVENDE man en ze liet Hem haar ware zijn.