Judas wandelde met Jezus en kreeg als enige een taak.
Hij was verantwoordelijk voor de financiële zaak.
Hij baalde van alle giften gegeven door Zijn Heer.
Want bij elke gegeven gift had hij minder in beheer.
Door zijn foute kijk op koning Jezus zag hij dit als een vak.
En zijn doel was helder: Hoe krijg ik zoveel mogelijk poen in mijn eigen zak?
Jezus wist wie Judas was en wilde hem iets leren.
Ik heb je tot het einde toe lief en geef jou levenslang de kans om jezelf te bekeren.
Maar het hart van Judas bleef hetzelfde tot het einde van zijn wandel.
En hij maakte Jezus tot een voorwerp van handel.
De verloochening van Petrus stond op dezelfde bon.
Maar Judas zocht vergeving bij een verkeerde bron. 
Leer van dit gedicht en bekeer uw hart op tijd.
En ga altijd  naar de Here Jezus als u wat belijdt.
Dan zal Hij u vergeven en genade schenken.
Dan staat u opgeschreven en zal Jezus aan u denken.

( Matheus 27: 3-10)