Vol ongeduld zit ik erop te wachten
dat Ninevé totaal te gronde gaat
en er een einde komt aan al hun kwaad.
Zo moet het gaan met al wie God verachten.

Een hele dag heb ik daar rondgetrokken.
Heb ik het oordeel hun flink aangezegd:
'Na veertig dagen is het pleit beslecht
en wordt de straf over de stad voltrokken!'

De tijd is om. Toch kleurt de lucht niet rood.
God zal zijn oordeel toch niet zijn vergeten?
Of spijt gekregen door wat bange kreten?

Maar ach, ik heb het altijd wel geweten:
de goedheid van de Heer is veel te groot.
En kijk, nu gaat mijn boom hier ook nog dood.