Jozef kon je maar even op bezoek komen,
dan konden we samen  gaan zitten bomen.
 
Je had er zeker geen makkelijke tijd van je leven,
ver van je familie en werd voor geld weggegeven.
 
Beschuldigd van iets wat je niet had gedaan,
en jij moest jaren de gevangenis ingaan.
 
Was het bij jou ook donker en voelde jij je alleen,
verdrietig, teleurgesteld en dacht waar moet dit heen.
 
Kende jij momenten dat je wist God is er bij,
alles komt goed, en Hij zei: “Kom maar bij Mij”.
 
Jozef, ik twijfel wel eens over mijn leven,
en denk, kan God geen andere weg geven.
 
Ik vraag me wel eens af waarom het zo moet gaan,
maar met Hem zal ik nooit alleen staan.