Bij het vallen van het duister
luister ik of ik je hoor komen
boven het gieren van de wind
door stilte van het nachtelijk niets
of rumoer op de straten.

Blijf ik onrustig wachten
op wat ik weet wat niet komen zal
met jouw beeld voor mijn ogen
stil verbijtend de pijn
die ik toch mijzelf heb aangedaan.

Valt mij echt dan te verwijten
dat jij andere wegen ging
terwijl ik jou het beste deelde
maar van jou geen liefde ontving
nu wacht ik dag aan dag.

Iets zegt mij dat je weer zult komen
op een dag mij niet missen kan
ik zal vergeten wat je hebt ontnomen
je ontvangen als een herboren vorst
mijn grootste liefde ben jij.