Een moeder belt haar zoon is dood,
liggend in zijn bed gevonden.
Lag zo alleen zijn armen bloot,
ze kan dit alles niet doorgronden.

De moeder belt voor mijn adres,
ik kon alleen een kaartje sturen.
Nog midden in het rouwproces,
maar dankjewel mag niet lang duren.

Ik raakte een te fijne snaar,
haar snik vertelde mij genoeg.
Haar jongen van net dertig jaar,
de dood kwam hier toch veel te vroeg.

Ik had het moeten zijn niét hij,
zo gaat dat toch in de natuur.
Kan er met mijn verstand niet bij,
wat is het leven gruw'lijk zuur.

Ik mocht er altijd voor hem zijn,
dat sterkt mij in dit grote leed.
Zijn dood maak hem voor mij weer klein,
mijn knul die uit mijn handen gleed.

Mijn antwoord uit een droge mond,
kon nauwelijks verlichting schenken.
Wist niet hoe zij in 't leven stond,
was niet in staat goed mee te denken.

O God wat kon ik voor haar zijn,
Uw liefde,kracht,nabijheid wensen?
Ik kon slechts delen in de pijn,
schoot schromelijk tekort voor deze lieve mensen.
Anton van der Haar