hij zou mij nooit kwetsen.
Ik vertrouwde op hem,
hij zou het nooit doen.
Hij zou nooit doen,
zoals zoveel anderen,
hij was lief en zachtaardig,
een mens met fatsoen.
Ik vertrouwde op hem,
ik deelde mijn zorgen,
ik deelde mijn zorgen
met hem elke dag.
Ik dacht dat wij er
voor elkaar waren,
voor elkaar zorgden,
totdat ik hem zag.
Totdat ik hem zag,
moe en verdrietig,
vermoeid en gekwetst
en diep in de put.
Te moe om te vechten,
te moe om te zorgen,
hij zag in een toekomst
met ons echt geen nut.
Het brak mijn vertrouwen.
vertrouwen in mensen,
maar versterkte mijn band,
mijn band met de Heer.
Op Hem kan ik altijd
en eeuwig vertrouwen,
Hij investeert in de omgang
met mensen steeds weer.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.