ik huil vanaf ik wakker word
mijn keel een schurend zout
waar is de liefde die verwarmt
mijn lichaam voelt zo koud
ik snik mijn droefheid uit naar God
die al mijn tranen kent
en weet verkleumd tot op het bot
dat U mijn Trooster bent

wie heeft mijn hartenkreet gehoord
waar is mijn hoop mijn kracht
ik ben verdwaald en onbekend
waar welke richting wacht
ik roep verlicht mijn pad o Heer
die al mijn wegen kent
ik kijk omhoog en zie dan weer
dat U mijn Leidsman bent

de nacht is langer dan de dag
voor wie geen mensen ziet
toch weet ik mij van waarde want
mijn God verlaat mij niet
dan bid ik voor de kinderen
al zijn ze groot of klein
en zing U zult van ieder mens
de grote Koning zijn