Ik dacht, laat ik niet zondigen.
Rondom mij laten zien, dat ik
mijn tong beheersen kan. Ik was
verstomd, mijn mond potdicht.                                                 
 
Ik zweeg, wilde niet zondigen
en opstaan tegen U, maar smart
brandde als een vuur in mij en zei:
Heer, ik voel me zó ontwricht.
 
Ik sprak, laat ik niet zondigen,
U gaf me dit verdriet. Ziet U
dan niet, hoe ik naar U schrei?
Nu is mijn hoop op U gericht.
 
U weet…. ik wil niet zondigen,
maar, verander toorn in liefde,
toon daarom nu Uw liefde Heer
voordat ik straks het leven laat