De metten waren kort,
de lauden lang.
Godzijdank,
bij de completen
was hij de leugens
uit de nocturne
alweer vergeten.
Maar niet de vogelzang
die bij de prime
zo heerlijk had geklonken.
En ook de druppels dauw niet
die bij de terts
in 't prille zonlicht blonken.
Van sext en noon
klonk in zijn hart nog na
her ruisen van het koren
en van de vespers
het juichen van de Maagd
als nooit te voren.
Nu daalt de avond stil.
Hij buigt
in goed vertrouwen
het blije hoofd,
beveelt in 's Heren handen
dan zijn geest,
verbergt zijn handen
in de mouwen
en zegt zijn slotgebed:
het is een mooie dag geweest!
Pieter van Welleveld


Het koorgebed begint met de nachtelijk metten en lauden en sluit 's avonds met de completen. De tweede nocturne uit de lauden is meestal een korte maar "bloemrijke" hagiografie. Daarom luidt het gezegde: hij liegt als de tweede noctorne! In de vespers wordt altijd het magnificat (lofzang van Maria) gezongen.
 
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment