Heer waar is de tijd gebleven,
waarin 'k bang mijn wegen liep,
angstgevoel mijn hart bewoonde,
satans macht daar onrust schiep?

Slissend kroop hij telkens binnen,
met een stem, - nu blijkt van haat -
dacht jij kind van God te worden?
Wie zegt jou dat Hij bestaat?

Kijk nou zelf, armzalig schepsel,
je hebt jezelf niet eens in d' hand,
waarom zou jij verder zoeken?
Straks val jij toch door de mand!

Jij, met al jouw slechte daden,
wangedrag van hier tot daar,
dacht jij heus Zijn kind te worden?
Kom nou zeg, vergeet het maar!

God, wat voeld' ik mij ellendig,
'k riep in angstzweet naar omhoog.
Maar... toen schonk U beelden Heer,
'k zag het kruishout voor mijn oog.

Al mijn angst week door de tijden,
'k kreeg steeds beelden van dat kruis,
waar U angst en hel moest dragen,
voor een eeuwig welkom Thuis,

aan een ieder die gelovend,
in het zaligmakend bloed,
van genade en vergeving,
horen mag - Mijn kind, 't is goed -.

Kom, Ik zal jouw leven leiden,
satans list verliest de strijd.
Luister naar de stem van Liefde,
voel Mijn Geest in jou gewijd.

'k Weet het antwoord al mijn Heiland,
'k heb die oude tijd gebracht,
voor de troon van God de Vader
die mij steeds opnieuw verwacht.

'k Hoef niet langer bang te blijven,
'k ben verlost van angst en smart.
Heer, de Liefde van die beelden
schonken vrijheid in mijn hart.

Dank U wel...