zetten zijn voeten zich op de brede
weg. Verzekert, het gevaar niet bekend,
zet hij met vaste tred zijn schrede.
De weg lijkt zo onnoemelijk lang.
De een na de ander schiet hem voorbij
en roept: weest toch niet bang,
voeg u haastiglijk met mij!
De weg, door vele voeten uitgesleten,
wordt steeds dieper. Met ontzag
hoort hij aanlokkende kreten.
"Carpe diem", pluk de dag.
Plotsklaps loopt hij tegen een muur.
beangst en bevend hoort hij fel
het knetteren van een enorm vuur
en klaagzangen; het is de hel.
Een Stem vol macht en heerlijkheid
roept: "keert terug gij wereldling
naar het smalle pad en vermijd
de brede weg!" En hij ging..
Hiermee begon de heilige krijg.
Tegen satan, wereld en eigen vlees
roep ik met al mijn kracht: "zwijg!
want God is het, Die ik vrees!"
Vechten, strijden, overwinnen.
Hier op aarde geen enkele rust,
maar eenmaal boven mag ik beginnen
Hem te prijzen naar al mijn lust!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.