Als kind willen we zo snel
mogelijk groot worden en
zijn we volwassen verlangen we
terug naar de tijd van het kind zijn.

We nemen de tijd niet
om te verwachten
hoe deze momenten
ons zullen verwonderen.

We vergelijken vandaag
met de tijd van vroeger,
vergeten daarbij dat deze
tijd echt onze enige tijd is.

Wij maken ons snel zorgen
over de toekomst en vergeten
zo in de dag van vandaag te leven,
in de tijd die God ons heeft gegeven.

We willen ons ten allen tijde
alleen maar goed voelen,
vergeten zo elke dag om naar
onze gevoelens te luisteren.

We leven alsof er nooit
’n tijd komt van sterven
toch komt ook voor ons
het moment van heen gaan.

We hebben daar nu geen tijd voor
daarom fluistert God in ons hart:
“Tijd is tijdloos als je van je tijd
weer tijd kan maken om in te leven.

Vergeet niet anderen te vergeven
wat er ook is gebeurd, want er komt
een moment dat er geen tijd meer is om
met anderen en jezelf in het reine te komen.”

God zal je altijd vergeven
als je berouw oprecht is!