Waar voor de laatste keer de klokken slaan
verdwijnt het oude jaar in vuurwerkdamp,
waar pijlen flitsend door de ruimte gaan,
de sterren voor het raam en aan de hemel staan,
ziet hemelhoog de bleekgetinte maan
het kleurrijk schouwspel van de mensen aan,
waar voor de laatste keer de klokken slaan
verdwijnt het oude jaar in vuurwerkdamp,
o God, zie mijn gespleten hart, ik klamp
mij aan U vast, ga met mij, ga vooraan,
ik kan alleen de grens niet over gaan,
waar voor de eerste keer de klokken slaan.
Uit: Jan Mul: Soms zegt ze zomaar tegen mij: meneer
(een Alzheimer-ervaring)
Uitgave Buijten en Schipperheijn Amsterdam