Er was eens een koning,
hij had iets moois bedacht,
liet een gouden beeld ontwerpen,
wie had dat ooit verwacht?

Het verhaal werd fraaier,
want als de muziek begon,
een mooi koninklijk deuntje,
moest een ieder op de grond.

Dan was het de bedoeling,
dat de mensen in gebed,
het gouden beeld vereerden,
het was een nieuwe wet.

Toch waren er drie mannen,
ze zeiden heel snel... nee,
wij bidden niet voor beelden,
wij hebben God en doen niet mee.

De koning was echt laaiend,
hij was behoorlijk boos,
gooi die mannen in de oven,
weg met hun geloof.

Ze werden vastgebonden
en geworpen in het vuur,
nu zouden ze verbranden,
en sloeg hun laatste uur.

Maar het was een wonder,
ze liepen vrolijk rond,
nu toch met z'n vieren,
blakend en gezond.

De koning keek zijn ogen uit,
dit vond hij ongewoon,
hoe kon dit toch gebeuren,
was het soms een droom?

Nee hoor...

De Vader in de hemel,
kwam de mannen tegemoet,
beschermt wie Hem vertrouwen,
zo kwam het toch nog goed.

De koning gaf de opdracht,
aan de mensen in het land,
van nu af aan deze God te dienen,
Nou... zet dat maar in de krant.

(Daniël 3:1-18)
Alie Holman