We bouwden eens een mooie hut,
het was nog hartje zomer
tussen struiken was het goed verstopt
en niemand mocht er komen.

We hielden het heel goed geheim
en speelden vele dagen
in de goed verborgen hut
de kinderen bleven vragen.

Waar gaan jullie steeds naartoe
mogen wij het weten
of hebben jullie een geheim?
We zeiden niets en zwegen.

Nu komt plots de herfst voorbij
de bladeren verdwijnen
en daardoor ziet nu iedereen
onze hut in beeld verschijnen.

Weg de dekking die het had
ineens is niets verborgen
je kunt het zien met het blote oog
nu maken wij ons zorgen.

Het doet me denken aan ons hart
we verstoppen zoveel dingen
we hebben het goed weggebouwd
niemand mag het vinden.

Jezus kijkt daar dwars doorheen
al zijn er zoveel struiken
al is het heel goed afgedekt
Hij wil ons hart gebruiken.

Jezus wil naar binnengaan
Hij heeft geen rukwind nodig
om te zien wat jij verbergt
is het herfstweer overbodig.

Vertel Hem wat jou bezighoudt
en toon Hem alle dingen
jouw geheimen zijn bij Hem
veilig, dus laat Hem binnen.