In een plaatsje, lang geleden
leefden mensen met elkaar,
tot de Keizer een bevel gaf, 
mensen vonden het vast raar.

Deze Keizer gaf de opdracht
om echt vliegensvlug te gaan,
naar de stad waar men vandaan kwam,
zo gezegd en zo gedaan.

Ook Jozef en Maria
pakten vlug wat spullen in,
zoals kleren, eten, drinken
maar ze hadden echt geen zin.

Want Maria zij was zwanger
en het kind kon heel erg snel,
komen, ja geboren worden
maar het moest, dat snap je wel.

Dus zij gingen met een ezel
braaf en volgzaam snel op pad,
sjokkend van vermoeidheid
na die lange reis echt afgemat.

Zochten haastig naar een slaapplaats
nergens was een warm zacht bed,
nee, geen plekje voor Maria
of voor Jozef, 't was geen pret.

In een stal konden zij slapen
tussen dieren in het hooi
en daar werd het kind geboren,
kind van God, zo prachtig mooi.

Door een engel aangekondigd,
kreeg de naam voor Hem bewaard,
Jezus, de Verlosser
en dat was aanbidding waard.

Herders en zeer wijze mannen
door een ster bij hen gebracht,
verhoogden dit klein kindje,
Zoon van God, Licht in de nacht.