Vele ogen zagen
Jezus gaan
Smekende blikken,
Joelende monden
Spuug raakte Hem
Ze wilden helpen
Maar hun verstand
Was uit het hart. 

Er was er
Maar één
Die echt hielp:
Een boerenknecht
Nam de dwarsbalk
Op zijn schouders
En bracht die naar
Boven, waar de
Staander al klaar stond. 

Na de dood
Wist men dat
Jezus de Koning
Was van de Joden
Koning van álle mensen.
Levend was Hij voor
Velen een sta-in-de-weg. 

Een schaduw schoof
Na Zijn sterven
Voor het licht
Die verdween
Toen de steen
Voor het graf
wegrolde
Met Jezus stond ook
Het licht weer op 
Zijn overwinning
Op de dood
Laat de schaduw
uit het hart van de mens
Voorgoed verdwijnen.