De lente springt blij
uit de band,
ze is niet meer te stoppen,
opeens staat alles
vol in bloei,
van struik- tot bloemenknoppen.

De bermen tooien zich
met haast,
in kant bewerkte stroken,
De bomen klappen
naar omhoog,
als in het Woord gesproken.

De Levensbron geeft
ruim en breed,
nieuw leven op de aarde,
Hij illustreert
met al dit moois,
Zijn grootheid en genade.

Genesis 1:11; Jes. 55:12b;
Johannes 4:14b