Wild en krachtig stormde 't machtig
woeste water naar omlaag
kolkend, klotsend, beukend, botsend
schuimend op de keienlaag

Stuwend, sleurend, zwart verkleurend
in een helse razernij
oorverdovend, niets belovend
lokte 't woeste water mij

Tergend glad 't zwoegend pad
naar de oorsprong van de bron
zwetend, vloekend, doelloos zoekend
tot de plaats waar het begon

Dieper gravend heb ik lavend
daar gevonden wat ik zocht
in 't verleden lag de reden
van mijn tegenstroomse tocht

Kabbelend begreep ik pas
dat 't water wijzer was


Anne M. Hoogveld