Hij loopt langs maïsvelden
kijkend naar de mooie lucht. 
Een lindeblad waait statig
door de lucht als een heer.
Langzaam loopt hij verder.
 
De natuur gaat veranderen
zo iets merkt hij meteen.
Bossen en hei waar de rust
door de herfstwinden verdween.
In de verte ziet hij het liggen.
 
Het hek staat helemaal open.
Stil loopt hij over de paden.
Zijn hart gaat helemaal open
want hier ligt zijn vrouw te rusten.
Zij is jaren geleden naar God gegaan.
 
Nu hij zelf in de herfst is gekomen
denkt hij vaker aan de dood.
Bang is hij niet om te sterven
eindelijk ontmoet hij dan Zijn Schepper.
Langzaam loopt hij terug, de herfst in.