Eeuwig zingt de zee
in een bruisende symfonie.
Eerst rustig kabbelend,
dan in onheilspellend
woeste golven
die met geweld
op het strand beuken.
Soms klagend grijs
tot dit plotseling overgaat
in de vrolijkheid van
schitterende witte golven
tegen een strakblauwe lucht.
Eeuwig zingt de zee.

Nee … niet eeuwig.
Eenmaal zal er
geen zee meer zijn.
Dan wordt de melodie
overgenomen door
hemelse koren
en bewerkt
tot een juichend akkoord
dat nooit een einde zal hebben.