Die kleine vliegende diertjes
tergen een ieder met hun gegons
jagen nijd of misschien vrees aan
want zuiggrage slurfjes
willen beten vol jeuk geven
verborgen angels verlangen vrede
maar bewaren gif en woede in zich

tere weergaloze vljnderkleuren
verschijnen om het oog te strelen
van de bijen mogen we
zoete gezonde spijs ontvangen
terwijl ze bloemen nieuw leven schenken

al deze nietige wezentjes
besturen een geweldig rijk
dat zich geheimnzinnig heersend
overal bescheiden verzonken
of met luide geldingsdrang bevindt
kwetsbaar is  -  toch altijd overwint
ondanks korte levensduur
oeroude geschiedenis heeft
grote toekomst tegemoet gaat

evenals het kleine talrijke volk
zullen drie sterke woorden
uit het bekende gebed
Uw Koninkrijk kome
nimmer onderbroken voort zweven
ongezien vrijmoedig doordringen
in de druk bewogen mensheid
somtijds als juichtoon klinken
over de dorstende wereld.