Onder warme zon werd ik wakker
tussen bedwelmende  bloemengeur
op een rijk bloeiende akker
vol bloemen in allerlei kleur.
 
Nog slaperig opende ik mijn ogen
begreep niet waar ik was,
langs de hemel kleurrijke bogen,
een wereld waarin ik vrede las.
 
Door de lucht klonken hemelse tonen
en zang van menig koor
dit was een oord waar ik wilde wonen
zo schoon, zo lieflijk in ’t gehoor.
 
Geen edelsteen of goud
maar slechts liefde en vrede
is wat hier waarde houdt
alsook oprechte bede.
 
Droom verstoord door aards geweld
menselijk werk en falen
hoe wordt Gods liefde niet geteld
omdat wij van Zijn paden dwalen.