dag
hoog
vlakker

de bomen
in hun heen
en weer ontberen,

op winden in ‘t oosters
tintel temperament hedendaags
in deze streken toch al een weinig

ongekend, werden snel op desolaat appèl
deerlijk ontdaan van ‘s heerlijk op ‘t hemelse
af dracht kaal geraamt. maar die meer wingerds
beraamd hier dichter voor het vensterscherm

kameraards tophoog terps vergaard
fijnbesnaard minder wilde trillers
te zingen vingen, bleven aan

gekleed als buitenom
binnen betoonde
bruid.